maandag 20 oktober 2014

Kritisch baasje

Hardhouten pindabakjes














Ik ben een kritisch baasje.  Altijd geweest. En het is door de jaren heen alleen maar erger geworden. Dat komt omdat ik door de loop van de tijd heel wat heb bijgeleerd, dus ik weet meer dan vroeger. En ik weet nu beter dan ooit als iets niet klopt of niet authentiek is.  Ik gebruik die kritische houding natuurlijk voornamelijk in mijn werk, maar ook in dat deel van mijn leven dat zich bezig hield en nog houdt met levende geschiedenis (LG). En met het daarbij aanleunende re-enactment (RE). Die kritische geest heeft zich alleen maar verdiept tijdens en na mijn studie geschiedenis (2003-2009). Sterker nog: die geest werd door al mijn docenten alleen maar gestimuleerd en aangewakkerd. Het is namelijk een onderdeel van het hebben van een wetenschappelijke houding als je met een vak, zoals geschiedenis, bezig bent. Het hoort er gewoon bij. Je past het ook voornamelijk toe bij onderzoek naar en interpretatie van historische bronnen. Maar je hoort ook kritisch te zijn op de ‘producten’ die studie en onderzoek opleveren, zoals boeken, artikelen, documentaires, tentoonstellingen, etc. Inclusief die van jezelf. Vandaar dat recensies op die gebieden altijd een kritische ondertoon hebben en niet alleen op de goede, maar ook op de mindere kanten van zo’n ‘product’ de aandacht vestigen. Daar leert de producent van.
                Ik weet maar al te goed dat het ontvangen van kritiek niet iedereen even gemakkelijk afgaat. Dikwijls weten mensen wel dat iets wat ze doen niet helemaal klopt (ik heb het nu voor het gemak even over re-enacters) maar ze hopen dat ze ermee wegkomen omdat het gemiddelde publiek ‘dat toch niet ziet’. Als ik het dan wel zie en er wat van zeg kan ik enkele verschillende soorten reacties verwachten:
1         Men geeft ruiterlijk toe dat ik gelijk heb. Komt het minste voor.
2         Men geeft het toe, maar zegt erbij dat ze nog geen tijd, gelegenheid, geld of zin hadden om het bewuste onderwerp te verbeteren. Komt redelijk veel voor.
3         Men zegt dat ik ongelijk heb. Ik kan dan verder gaan met het produceren van argumenten en dan kan men alsnog in reactie 1 of 2 vervallen. Komt ook weinig voor.
4         Of men accepteert het niet en maakt mij uit voor een ouwe zeur, azijnpisser, authenticiteitsnazi of spelbreker. En dat ik altijd afbrekende kritiek heb in plaats van opbouwende. Komt heel veel voor!
Dat laatste bestaat trouwens niet: opbouwend of afbrekend. Dat iets zo gevoeld wordt komt uit de houding van de ontvanger voort, niet uit de gever (al zal er best wel eens iemand zijn die een ander via kritiek gewoon onderuit wil halen of zelfs kwaad wil doen). Reageerders 1 en 2 zullen de kritiek namelijk als opbouwend ervaren en 3, maar vooral 4, als afbrekend. Schuldgevoel en de realisatie gesnapt te zijn, zullen hier de oorzaak van zijn. Denk ik, maar ik ben geen psycholoog.
De ervaring leert dat bij dergelijke kritiek in een persoonlijk gesprek, tussen twee mensen, als je elkaars gezicht en lichaamstaal kunt zien, reactie 1 en 2 in verhouding veel het gevolg zijn.  Iemand die in een groep die kritiek krijgt zal eerder op wijze 3 en veelal als 4 reageren, want die denkt voor de groep af te gaan. En als het via één van de social media gaat, waabij je geen nuances in je kritiek kunt aanbrengen (tenzij je je tekstje omgeeft met allerlei mitsen en maren en smileys) en je iemands gezichtsuitdrukking niet kunt zien, is bijna louter reactie 4 het gevolg.
                Het heeft er veel van weg dat degene die de kritiek ontvangt denkt dat hij of zij persoonlijk wordt aangevallen. Het schijnt dat dan een afweermechanisme start dat op een felle persoonlijke aanval uitdraait. In plaats van met tegenargumenten te komen (die zijn er meestal niet en dat weet de ‘aangevallene’ meestal zelf ook wel) wordt de criticus in een kwaad daglicht gezet. Men speelt op de man om af te leiden van het onderwerp waar het eigenlijk over gaat.
                “Waar bemoei  je je mee?” is daarbij een veel gehoorde vraag. Duidelijk is dikwijls dat de aangesprokene niet begrijpt dat je door bijv. een foto van jezelf in historische kleding op Facebook te zetten je niet alleen complimenten kunt verwachten (vooral van mensen die geen verstand van die kleding hebben) maar ook kritiek op wat er eventueel niet goed aan is. En dat geldt zeker als je zo’n foto op een re-enacters forum zet. Tussen alle zoete likes en ‘prachtigs, geweldigs, moois en knaps’ zal zo’n kritische opmerking als ‘zuur’ ervaren worden. Het is een domper en dat vindt niemand leuk.  Maar het is wel kinderachtig om de boodschapper af te schieten in plaats van de ‘rotte plek’ aan te pakken.
                Vroeger, toen ik nog bestuurslid van die Landen van Herwaerts Over was, stond ik al bekend als streng. Nieuwe leden hadden dikwijls bepaalde, niet erg kloppende ideeën over de middeleeuwen en die moest ik dan, voor zover ik dat toen zelf wist, ombuigen naar een realistischer opvatting. Dat werd me toen ook niet altijd in dank afgenomen, ondanks dat dit altijd (op één keer na…) in tweegesprekken of in kleine kring gebeurde. Het heeft de vereniging diverse leden gekost, terwijl die met zijn 150-175 leden toch meestal tot de grootste van Nederland behoorde. Zij die bleven werden op den duur zelf deskundigen en hebben nu nog net zo’n kritische houding. Zij die weggingen sloten zich soms aan bij clubs die het niet zo nauw met de authenticiteit namen en dat kun je, tot op de dag van vandaag, nog steeds zien. Of ze zetten zelf een vereniging op die wel volgens hun ideeën opereerde. Veel van die clubs bestaan inmiddels trouwens niet meer.
                Mijn uitgangspunt is altijd geweest: als je pretendeert mensen uit het verleden voor te stellen heb je de morele plicht dat zo goed mogelijk onderbouwd te doen. Zeker als je het publiek wilt voorlichten over hoe het er vroeger aan toeging. Als je dat niet doet pleeg je geschiedvervalsing en zadel je degenen voor wie je je als historisch personage uitdost op met een niet kloppend beeld. Ik vind dat ethisch, maar ook wetenschappelijk gezien, niet kunnen. En misschien is dat wel hetzelfde. Als ik  dus kritiek heb is mijn enige doel te voorkomen dat je als persoon of groep een educatieve flater slaat en af gaat voor de kijker. Dat zelfs in schoolboeken, musea, romans, films en games onhistorische onzin wordt verteld is daarbij geen excuus. Iemand die levende geschiedenis pretendeert te doen, en daar hoort ook re-enactment bij, is verplicht dat zo correct mogelijk te doen met medeneming van alle kennis die er over de periode en het gekozen voorbeeld te vinden is. Geschiedenis is echt gebeurd; het is geen fantasy. Beginners en kinderen kunnen dikwijls geëxcuseerd worden, maar eigenlijk kun je het zodra je je in het openbaar vertoont als uitvoerder van een stukje geschiedenis niet veroorloven dat fout te doen.

De auteur bij de eerste paal
van Archeon november 1991
                Dat is mijn uitgangspunt altijd geweest. Oh, ik heb ook fouten gemaakt, verkeerde kledingstukken aangehad van de verkeerde stof en zelfs dingen beweerd waarover ik later las of hoorde dat ze niet klopten. Ik heb echter wel altijd de kritiek die daarop kwam aanvaard en geprobeerd het zo snel mogelijk wel goed te doen. Ik herinner me nog steeds de eerste keer dat dat met mij gebeurde. Het was tijdens het slaan van de eerste paal van de gebouwen in Archeon in de herfst van 1991, toen we als LHO voor het eerst in het openbaar in onze kostuums verschenen. Een inmiddels goede vriend maakte toen de zeer terechte opmerking dat ze in de middeleeuwen vast geen van hardhout gedraaide pindabakjes van de HEMA gebruikten om uit te eten. Ik kreeg een rooie kop en heb zo snel mogelijk dat bakje vervangen door betere houten exemplaren. Ik ben hem daar nog altijd dankbaar voor en heb hem dat een paar maanden geleden ook nog eens verteld. Hij moest er hartelijk om lachen, maar was zelf het hele voorval glad vergeten.

Er zijn daarna nog honderden van die momenten geweest, niet het minst tijdens mijn studie geschiedenis, toen ik in zes jaar tijd veel meer (af)leerde over de middeleeuwen (en andere historische perioden) dan gedurende de vijftien jaar daarvoor. Ik wil eigenlijk graag dat de mensen die mijn kritiek ontvangen, diezelfde ervaringen krijgen en die op een positieve manier  kunnen verwerken in hun hobby (of werk). Meer niet. Maak er gebruik van, doe er je voordeel mee, maar trek je lange tenen in en blaas je korte lontje uit; ik val jou niet aan, ik wijs op iets dat niet klopt. En daar kun je van leren.

3 opmerkingen:

  1. Wij vinden het altijd fijn om goede kritiek te krijgen op onze levende geschiedenis uitbeeldingen. Je kan nooit alles weten. Hoe verder je terug gaat in de tijd hoe meer hiaten er vallen. Wij pretenderen niet de waarheid in pacht te hebben en horen graag van anderen hun mening. Mijn ervaring echter met mensen waarvan je mag verwachten dat ze er meer van weten door bv studie, is dat ze de boot afhouden, je eigenlijk niets willen vertellen of botweg beweren: zo is het. Zeer vervelend is het als je van mede-levende geschiedenis mensen een "veeg uit de pan" krijgt omdat zij het zeker weten omdat ze het van die en die hebben..... Of mensen die vinden dat ze boven je staan omdat ze al veel langer hiermee bezig zijn en dus vinden meer te weten.
    Het is niet goed als je niet voor commentaar vatbaar bent. Binnen de levende geschiedenis moet je je juist blijven verdiepen in nieuwe ideeën en ontwikkelingen, ontdekkingen. Je kennis delen en de kennis van anderen ter harte nemen.
    Groetjes Britt Makkinga

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wij willen altijd graag kritiek van iemand met kennis. Helaas krijg je te vaak kritiek van betweters (collega re-enactors) die het hebben van horen zeggen uit de 4de macht. En met die mensen valt niet te praten.
    De andere kant: als je met vragen komt bij mensen die er voor gestudeerd hebben dan of zeggen ze niets, of zijn ze plots hun info kwijt of zeggen ze : het is gewoon zo.
    Natuurlijk, hoe verder terug in de tijd hoe moeilijker het is om daar informatie over te krijgen maar de mensen die het zouden moeten weten verdenk ik er van info achte te houden.
    Als je je met levende geschiedenis bezig houdt moet je het ook levend houden: blijven studeren en er over blijven praten en discusiëren. Hoe het toen werkelijk was zullen we nooit met 100% weten, alleen al omdat wij van deze tijd zijn met onze ideeën en inzichten.
    Dus blijf je kennis rond strooien en kritiek leveren, dat verdient de geschiedenis!
    Groetjes Britt

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank voor je opmerkingen, Britt. Je weet dat ik kritisch ben, maar ik onderbouw altijd wat ik doorgeef en speel nooit op de man. Dat hoop ik met deze blog voort te zetten.

      Verwijderen