donderdag 13 november 2014

Heraldiek

Al sinds de eerste helft van de 12e eeuw bestaat er een onderscheidingssysteem waaraan je in maliën of plaatharnas gehulde ruiters kunt herkennen aan wat ze ‘in hun schild voerden’. Al veel eerder, dikwijls al ver voor het begin van onze westerse jaartelling, werden schilden gebruikt om herkenningstekens op te ‘schilderen’, maar dat waren voornamelijk groeps- of legereenheidssymbolen. De riddermatige vazal met zijn eigen legertje  wilde zich onderscheiden van zijn collega’s die zich bij het leger van een hoge edelman of vorst voegden. Misschien om beter herkenbaar te zijn als hij heldendaden verrichtte of om door de vijand niet afgeslacht te worden omdat hij losgeld op zou kunnen brengen. En dat wapen werd al snel erfelijk; het werd een familiewapen. 
Illustratie uit de Eneïde van Hendrik van
Veldeke uit ca 1180, vroege heraldiek

Die vroege heraldiek werd vooral verbreid door het toernooigebeuren in de latere 12e eeuw. Dat waren nog onoverzichtelijke massagevechten, waarin groep tegen groep vocht en het pijnlijk kon zijn als je een vriend verwondde (of doodde, want dat kwam toen ook nog regelmatig voor). Trouwens: ook de eerste kruistochten waren een belangrijke stimulans voor de internationale verbreiding van het idee, met name de tweede (1147-49) en de derde (1189-92).
                Aan de toernooien waren ook de herauten verbonden, een soort zwervende toernooiaanhangers die al doende de mannen achter die tekens op de schilden leerden herkennen en die aan het publiek uitlegden wie wie was. Zij waren het die in de vroege 13 eeuw begonnen een systeem van kleuren en vormen uit te denken en toe te passen. Dat was dus de heraldiek. Ze begonnen ook lijsten van toernooideelnemers bij te houden.  Daarin tekenden ze schilden en hun inhoud in kleur. Eerst als geheugensteuntje, later als inventarisatie van wapens binnen een bepaald gebied. Dat waren de armorials of wapenboeken, waaraan we nu nog een heleboel kennis over de middeleeuwse heraldiek danken.
                Niet alleen ridders en de hen navolgende adel pasten wapens toe, maar ook de in de 13e eeuw opkomende stedelingen en zelfs boeren in  regionale verbanden. Op den duur, en dat is al aan het eind van de 13e eeuw, gebruiken ook vrouwen en geestelijken wapens en tooien steden zich met een stedewapen.
                De wetenschap die de geschiedenis van de wapens bestudeert heet heraldiek.  Er zijn niet veel mensen die hem beoefenen, ook internationaal niet. Er zijn nog minder mensen die de wetenschap combineren met de kunst van het tekenen van wapens. Ik ben er daar één van, al meer dan 40 jaar. Dat houdt in dat ik een heleboel ervaring en kennis heb van dit metier. En de meeste andere mensen die ik tegenkom dus niet. Toch denken veel mensen dat ze er genoeg verstand van hebben om zelf aan de slag te gaan met het tekenen van wapens of het ontwerpen ervan. Ik krijg dus dikwijls mensen bij mijn heraldisch atelier die zelf een leuk ontwerpje hebben gemaakt, dat ik vervolgens af moet keuren omdat het volkomen onheraldisch is. Dat vinden veel mensen niet leuk. Ik vergelijk het dan dikwijls met een ander beroep waarvoor je lang moet studeren als dokter of dominee. Het komt volgens mij niet veel voor dat een leek zich als huisarts vestigt of op de kansel klimt (tenzij hij natuurlijk in tongen kan spreken). Nou, waarom denk je dan dat je wel een wapen kan verzinnen of vormgeven?
Voorbeeld van de veranderende vormgeving
van wapens aan de hand van het wapen van Holland

                Dit fenomeen kom ik al sinds ik met levende geschiedenis en re-enactment beoefen tegen. Met name dus in het middeleeuwse wereldje, want dat was de tijd (in ieder geval sinds ca 1140) dat de heraldiek bloeide. Daarna ging hij nog wel door, tot nu toe zelfs, maar er zijn perioden geweest waarin de kunst en kennis op een bijzonder laag pitje stonden. Met name in de 18e en 19e eeuw.
                Toen ik nog een blauwe maandag voor het LPLG nieuw aansluitende groepen moest beoordelen op authenticiteit kwam er op het gebied van de heraldiek niemand door. Ik kreeg daardoor echter zoveel drek over me uitgestort dat ik er na een paar jaar mee ben gestopt. Veel later, toen ik zelf geen actief re-enacter meer was, probeerde ik nog wel eens groepen te bewegen hun heraldiek te verbeteren. Ook dat werd me niet in dank afgenomen. Waar ik me wel niet mee bemoeide? En als ik dan uitlegde dat ik, gratis, een nieuw tekeningetje met een wel kloppend wapen zou kunnen maken, dan waren helemaal de rapen gaar en werd ik uitgemaakt voor alles wat lelijk was. Ik heb de mails nog ergens in een archief. Zeer vreemd.
                Er lopen dus in Nederland, maar ook in het buitenland, groepen rond met foute heraldiek. Niet kloppende wapens volgens de heraldische regels, verkeerde kleuren, niet passend in de tijd of streek, te vol en in de verkeerde stijl op niet in de periode passende schilden of banieren geschilderd. En als je dan op een evenemente doorvraagt naar de betekenis of herkomst van zo’n wapen, krijg je de bekende fabels te horen die men van verdachte sites op het internet heeft geplukt. Op mijn vorige website had ik nog een pagina speciaal voor die groepen waarop ik aanbood tegen geringe kosten een geheel in hun periode passende heraldisch verantwoorde wapen- en vlaggenset te maken. Nooit heeft iemand gereageerd.
                Bord voor de kop? Oogkleppen op? Kop in het zand? Pure eigenwijsheid: wij kunnen dat zelf wel, daar hebben we jou niet voor nodig. We kijken wel in een boekie of op het internet. Nou ja.


                Deze blog werd ‘getriggerd’ door een nieuwe ster aan het firmament. Die heeft het hieronder staande wapen als blikvanger. Ik zag ze in 2011 voor het eerst, buiten mededinging,  voorbij komen op het Gebroeders Van Limburg Festival en dacht toen al: daar heb je weer zo’n clubje. Het is echter nog erger, want het toen nog eenvoudige vier kwartierenschild is belangrijk uitgebreid. Zoals u hiernaast dus kunt zien.
                Toch schrijven ze in hun doelstellingen:
-          “Het bevorderen van kennis over de middeleeuwen en in het bijzonder de periode 1300-1400
-          Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. “
Dat heraldiek een wezenlijke onderdeel van de middeleeuwse  samenleving is, en zeker die tussen 1300 en 1400, mag duidelijk zijn. Dat ze door dit wapen daar niet bepaald een goed voorbeeld van geven is ook, zeker voor mij, meer dan duidelijk. Dit heeft dus echt niets met heraldiek te maken en zeker niet met middeleeuwse. Dus hoe hard is de kennis die ze willen bevorderen? Men mag ook hopen dat de ‘handelingen’ die ze hopen te verrichten de toeschouwers of bezoekers een kloppend beeld  zullen geven van die periode, maar ik houd mijn hart vast. De foto’s die ze inmiddels al op internet hebben staan duiden ook niet op veel kennis van de periode. Nou kun je van een beginnende groep dikwijls niet te veel verwachten. Ik hoef alleen maar terug te denken aan de eerder gememoreerde pindabakjes en katoenen outfits van de LHO. En ik kies deze groep ook niet uit om ze eens lekker te katten, want als ik ik daaraan zou beginnen kan ik wel bezig blijven. Er zijn nog genoeg al jaren bestaande clubs die met anachronistische heraldiek  rondlopen. Het is een signaal, meer niet. Opgewekt door een op Facebook voorbij komend wapentje dat me even op deed veren  tijdens mijn werk.

                Doe hiermee wat je wilt, maar als je wilt kun je er je voordeel mee te doen.

5 opmerkingen:

  1. Ik heb de indruk dat je al vooringenomen was voordat je aan deze blog begon zonder enige achtergrond informatie in te winnen bij dat "clubje" waar je het over hebt. Dat wapentje is niet uitgebreid maar bestaat al vanaf het begin van de Knights of the Four Quarters. In het wapen wordt gebruik gemaakt van symbolen die ouder zijn dan de tijdsperiode 1300-1400 maar ook in die tijd al lang bekend zijn. De Knights of the Four Quarters is niet een clubje maar een vrijwilligers organisatie van ruim 100 mensen die zich met hart en ziel inzetten om vooral kinderen een stukje levende geschiedenis bij te brengen en proberen zo authentiek mogelijk te zijn in kleding, wapenuitrusting en beleving. Dat onder andere in en rond een van de mooiste kastelen die Nederland nog heeft, het kasteel Doornenburg. Doe hiermee wat je wilt en doe je er voordeel mee. Vriendelijke groeten Charles Frazer voorzitter van de Sitchting Kinghts of the Four Quarters.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb een persoonlijk antwoord naar Charles Frazer geschreven en stuur hem dat per mail toe.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mensen zijn vreselijk als ze denken iets zeker te weten. Dat zie ik voorbij komen in de kleding. Ik ben mij dan wel aan het specialiseren in de kleding in de prehistorie, maar als ik in een 80jarige oorlog zetting iemand zie lopen in een Middeleeuws kostuum compleet met kaproen, dan krullen mijn tenen.
    Ik ken het fenomeen van mensen die boos worden. Het verbaast mij namelijk elke keer weer dat, gezien het feit dat er (naar mijn weten) slechts 1 peplos is gevonden van de late ijzertijd, in Denemarken, geheel Europa van Bronstijd tot vroege Middeleeuwen de vrouwen een peplos dragen! En dan de broek: de vroegst gevonden broek in Europa is van na 150 N.Chr. Bij alle groepen van Neolithicum tot ruim in de Middeleeuwen dragen alle mannen (en soms zelfs vrouwen) een broek en dat terwijl pas 13de/14de eeuw de broek een meer algemener kledingstuk werd. Er zijn zelfs afbeeldingen uit de 16de/17de eeuw waar eenvoudige werklui geen broek dragen. Maar als je mensen echt woest wil krijgen moet je over de onderbroek beginnen!
    Een reden voor mij om nog meer te leren en te onderzoeken om meer van de waarheid te weten te komen als die al gevonden kan worden.
    Groetjes Britt

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik begrijp wat je bedoelt, Britt, maar heraldiek is een onderwerp waar echt heel weinig mensen verstand van hebben. En zeker van middeleeuwse heraldiek. Ik dus wel, maar iedereen denkt dat ze wel even iets in elkaar kunnen draaien door wat spul van internet af na te tekenen. Dat gaat dus altijd mis. Maar men wil dus nooit toegeven dat men dat verkeerd heeft gedaan en vindt het van geen respect getuigen als je als deskundige daar wat van zegt. Om je vervolgens persoonlijk af te branden.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Toch wel zielig om te zien hoe snel men op de lange tenen kan staan van hen die beter zouden zwijgen en luisteren. De levende geschiedenis claim van dat clubje slaat nergens op.

    BeantwoordenVerwijderen