Ergens tegen het einde van de zomer van 1994 gingen er
vanuit het kantoor van Archeon stemmen op dat er een schandpaal in Gravendam
moest komen. “Daar hadden mensen om gevraagd”. Ik lag dwars: ik wilde geen
schandpaal. Ik vermoedde namelijk dat die dingen in het 14e eeuwse
Holland niet bestonden. Ik kon dat toen nog niet helemaal hard maken, maar ik
probeerde het wel. Dus ik vlooide mijn boeken na. Ik bezat toen al het heel
verhelderende Het werk van de vos
(1985) van Dick Berents, gebaseerd op zijn onderzoek Misdaad in de middeleeuwen dat in 1976 was gepubliceerd. In het
hele boek kwam geen schandpaal voor, al werd wel vermeld dat je voor bepaalde
misdaden een half of een heel uur aan de kaak moest staan. Maar dat kon ook
weer afgekocht worden.
De kaak aan het stadhuisje van Woerden. Bevolkt door re-enacters? |
De
kaak, dat is de Nederlandse naam voor wat Engelsen de pillory noemen. Het had meestal de vorm van een verhoging die tegen
het rechthuis, dat ook het stadhuis kon zijn, was aangebracht en waar de
veroordeelde een bepaalde tijd – niet echt lang dus - te kijk stond. Meestal was hij of zij met een
metalen band aan de muur vastgemaakt, zodat ontsnapping niet mogelijk was.
Tegenwoordig heeft alleen het vroeg-16e eeuwse stadhuisje van Woerden
nog zo’n kaak, maar er moeten er veel meer geweest zijn. Gravendam heeft geen
stadhuis en kon in mijn ogen dan ook geen kaak hebben.
Ik moest echter toch op zoek
naar iets om mensen in vast te zetten. Nou had ik in mijn 14e eeuwse
bronnen wel eens een zogenaamd ‘blok’ gezien. Ik zocht het op en ja, het stond
in een manuscript uit ca 1340 en er zat een monnik en een dame in.
Waarschijnlijk was het een nogal moralistische verwijzing naar de schande die
zo’n relatie zou veroorzaken. Er zijn geen berichten die het over zo’n zaak hebben.
Dit miniatuurtje werd gebruikt als voorbeeld voor de bouwploeg die binnen een
paar dagen zo’n ding in elkaar zette. Het ‘schandblok’werd naast het
kuipershuis neergezet, op de plaats waar nu het imkershuis staat. Inmiddels
heeft het een andere plaats gekregen. Het staat nu aan de voet van de galg bij
de ingang van Gravendam aan de Cromstrate. En nog steeds weet ik niet of die
dingen in 14e eeuws Nederland voorkwamen en hoe verspreid ze in
Engeland waren.
Intussen is uit de op
rechterlijke bronnen gebaseerde literatuur bekend dat dergelijke schandstraffen,
dus in het blok sluiten of op de kaak zetten, nou niet echt veel voorkwamen.
Het ging dan toch voornamelijk over gesnapte slagers die rot vlees verkochten
of bakkers die erwtenmeel in hun brood deden. Meestal werd dat product onder
hun neus verbrand als ze op de kaak stonden. Ook wat meer schandalige overtredingen,
zoals bigamie of bedrog, werden zo bestraft en dikwijls volgde erna een
verbanning. In zowel laat-middeleeuws Amsterdam als Parijs kwam het op de kaak
zetten eigenlijk relatief weinig voor: een paar keer per jaar een half of een
heel uur, soms gevolgd door een verbanning.
En als je geld had kon het ook nog afgekocht worden.
Het gaat hier dus om flinke steden. Het lijkt me sterk dat zo’n
straf in een dorp of klein stadje veel voorkwam. Het was namelijk nogal wat om
in zo’n kleine gemeenschap voor je buren voor schand te moeten staan. Als
middenstander kon je dan je klandizie wel vergeten en als vrouw lag je
reputatie helemaal op straat. Of je daar binnen een paar jaar overheen kwam
betwijfel ik. Ik denk daarom dat er meer mee gedreigd werd, zoals met alle
keuren en andere strafsoorten, en dat in de praktijk toch eerder boeten geheven
werden. De soep werd in de middeleeuwen net zo weing heet gegeten als nu, dat
hebben de studies naar de misdaad en zijn bestraffing wel uitgewezen. Ook hier
gold dat in grote steden en in onrustige tijden de misdaad harder werd
aangepakt dan in kleinere gemeenschappen en in tijden van welvaart en rust.
Maar ga dat maar eens
uitleggen aan het Archeon-publiek of al die organisatoren van middeleeuwse
markten en evenementen. Als daar geen schandpaal bij in gebruik is is het niet
compleet. En dan te bedenken dat die schandpalen pas in de 17e eeuw
opduiken en tot in de 20e zijn gebruikt in vooral het buitenland.
Maar ja, Nederlanders – en vooral de oudere – zijn opgegroeid met het bekende
beeldmerk van Van Rossem’s Troost, waarop een gemoedelijke dikkerd een in de
schandpaal gezette morsige dief een pijpje aanbiedt. Ook dit is een tamelijk
onmogelijke gang van zaken, want die instrumenten waren nou niet bepaald leuke
dingen. Het was bijzonder pijnlijk en
tegelijk vernederend om die straf in de veel hardere samenleving van de 18e
en 19e eeuw te moeten ondergaan. Kijk maar naar de afbeeldingen.
Intussen heeft de middeleeuwen
weer de naam, en zijn de excessen zoals gewoonlijk in het echt producten van
later eeuwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten