Al sinds de eerste helft van de 12e eeuw
bestaat er een onderscheidingssysteem waaraan je in maliën of plaatharnas
gehulde ruiters kunt herkennen aan wat ze ‘in hun schild voerden’. Al veel
eerder, dikwijls al ver voor het begin van onze westerse jaartelling, werden
schilden gebruikt om herkenningstekens op te ‘schilderen’, maar dat waren
voornamelijk groeps- of legereenheidssymbolen. De riddermatige vazal met zijn
eigen legertje wilde zich onderscheiden
van zijn collega’s die zich bij het leger van een hoge edelman of vorst
voegden. Misschien om beter herkenbaar te zijn als hij heldendaden verrichtte
of om door de vijand niet afgeslacht te worden omdat hij losgeld op zou kunnen
brengen. En dat wapen werd al snel erfelijk; het werd een familiewapen.
Illustratie uit de Eneïde van Hendrik van Veldeke uit ca 1180, vroege heraldiek |
Die vroege heraldiek werd vooral
verbreid door het toernooigebeuren in de latere 12e eeuw. Dat waren
nog onoverzichtelijke massagevechten, waarin groep tegen groep vocht en het
pijnlijk kon zijn als je een vriend verwondde (of doodde, want dat kwam toen
ook nog regelmatig voor). Trouwens: ook de eerste kruistochten waren een
belangrijke stimulans voor de internationale verbreiding van het idee, met name
de tweede (1147-49) en de derde (1189-92).
Aan
de toernooien waren ook de herauten verbonden, een soort zwervende
toernooiaanhangers die al doende de mannen achter die tekens op de schilden leerden
herkennen en die aan het publiek uitlegden wie wie was. Zij waren het die in de
vroege 13 eeuw begonnen een systeem van kleuren en vormen uit te denken en toe
te passen. Dat was dus de heraldiek. Ze begonnen ook lijsten van
toernooideelnemers bij te houden. Daarin
tekenden ze schilden en hun inhoud in kleur. Eerst als geheugensteuntje, later
als inventarisatie van wapens binnen een bepaald gebied. Dat waren de armorials
of wapenboeken, waaraan we nu nog een heleboel kennis over de middeleeuwse
heraldiek danken.
Niet
alleen ridders en de hen navolgende adel pasten wapens toe, maar ook de in de
13e eeuw opkomende stedelingen en zelfs boeren in regionale verbanden. Op den duur, en dat is
al aan het eind van de 13e eeuw, gebruiken ook vrouwen en
geestelijken wapens en tooien steden zich met een stedewapen.
De
wetenschap die de geschiedenis van de wapens bestudeert heet heraldiek. Er zijn niet veel mensen die hem beoefenen,
ook internationaal niet. Er zijn nog minder mensen die de wetenschap combineren
met de kunst van het tekenen van wapens. Ik ben er daar één van, al meer dan 40
jaar. Dat houdt in dat ik een heleboel ervaring en kennis heb van dit metier.
En de meeste andere mensen die ik tegenkom dus niet. Toch denken veel mensen
dat ze er genoeg verstand van hebben om zelf aan de slag te gaan met het
tekenen van wapens of het ontwerpen ervan. Ik krijg dus dikwijls mensen bij
mijn heraldisch atelier die zelf een leuk ontwerpje hebben gemaakt, dat ik
vervolgens af moet keuren omdat het volkomen onheraldisch is. Dat vinden veel
mensen niet leuk. Ik vergelijk het dan dikwijls met een ander beroep waarvoor
je lang moet studeren als dokter of dominee. Het komt volgens mij niet veel
voor dat een leek zich als huisarts vestigt of op de kansel klimt (tenzij hij
natuurlijk in tongen kan spreken). Nou, waarom denk je dan dat je wel een wapen
kan verzinnen of vormgeven?
Voorbeeld van de veranderende vormgeving van wapens aan de hand van het wapen van Holland |
Dit
fenomeen kom ik al sinds ik met levende geschiedenis en re-enactment beoefen
tegen. Met name dus in het middeleeuwse wereldje, want dat was de tijd (in
ieder geval sinds ca 1140) dat de heraldiek bloeide. Daarna ging hij nog wel
door, tot nu toe zelfs, maar er zijn perioden geweest waarin de kunst en kennis
op een bijzonder laag pitje stonden. Met name in de 18e en 19e eeuw.
Toen
ik nog een blauwe maandag voor het LPLG nieuw aansluitende groepen moest
beoordelen op authenticiteit kwam er op het gebied van de heraldiek niemand
door. Ik kreeg daardoor echter zoveel drek over me uitgestort dat ik er na een paar
jaar mee ben gestopt. Veel later, toen ik zelf geen actief re-enacter meer was,
probeerde ik nog wel eens groepen te bewegen hun heraldiek te verbeteren. Ook
dat werd me niet in dank afgenomen. Waar ik me wel niet mee bemoeide? En als ik
dan uitlegde dat ik, gratis, een nieuw tekeningetje met een wel kloppend wapen
zou kunnen maken, dan waren helemaal de rapen gaar en werd ik uitgemaakt voor
alles wat lelijk was. Ik heb de mails nog ergens in een archief. Zeer vreemd.
Er
lopen dus in Nederland, maar ook in het buitenland, groepen rond met foute
heraldiek. Niet kloppende wapens volgens de heraldische regels, verkeerde
kleuren, niet passend in de tijd of streek, te vol en in de verkeerde stijl op
niet in de periode passende schilden of banieren geschilderd. En als je dan op
een evenemente doorvraagt naar de betekenis of herkomst van zo’n wapen, krijg
je de bekende fabels te horen die men van verdachte sites op het internet heeft
geplukt. Op mijn vorige website had ik nog een pagina speciaal voor die groepen
waarop ik aanbood tegen geringe kosten een geheel in hun periode passende
heraldisch verantwoorde wapen- en vlaggenset te maken. Nooit heeft iemand gereageerd.
Bord
voor de kop? Oogkleppen op? Kop in het zand? Pure eigenwijsheid: wij kunnen dat
zelf wel, daar hebben we jou niet voor nodig. We kijken wel in een boekie of op
het internet. Nou ja.
Deze
blog werd ‘getriggerd’ door een nieuwe ster aan het firmament. Die heeft het hieronder
staande wapen als blikvanger. Ik zag ze in 2011 voor het eerst, buiten
mededinging, voorbij komen op het
Gebroeders Van Limburg Festival en dacht toen al: daar heb je weer zo’n clubje.
Het is echter nog erger, want het toen nog eenvoudige vier kwartierenschild is
belangrijk uitgebreid. Zoals u hiernaast dus kunt zien.
Toch
schrijven ze in hun doelstellingen:
-
“Het bevorderen van kennis over de middeleeuwen
en in het bijzonder de periode 1300-1400
-
Het verrichten van alle verdere handelingen, die
met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk
kunnen zijn. “
Dat heraldiek een wezenlijke onderdeel van de
middeleeuwse samenleving is, en zeker
die tussen 1300 en 1400, mag duidelijk zijn. Dat ze door dit wapen daar niet
bepaald een goed voorbeeld van geven is ook, zeker voor mij, meer dan
duidelijk. Dit heeft dus echt niets met heraldiek te maken en zeker niet met middeleeuwse. Dus hoe hard is de kennis die ze willen bevorderen? Men mag ook hopen dat de ‘handelingen’ die ze hopen te verrichten de
toeschouwers of bezoekers een kloppend beeld
zullen geven van die periode, maar ik houd mijn hart vast. De foto’s die
ze inmiddels al op internet hebben staan duiden ook niet op veel kennis van de periode.
Nou kun je van een beginnende groep dikwijls niet te veel verwachten. Ik hoef
alleen maar terug te denken aan de eerder gememoreerde pindabakjes en katoenen
outfits van de LHO. En ik kies deze groep ook niet uit om ze eens lekker te
katten, want als ik ik daaraan zou beginnen kan ik wel bezig blijven. Er zijn
nog genoeg al jaren bestaande clubs die met anachronistische heraldiek rondlopen. Het is een signaal, meer niet.
Opgewekt door een op Facebook voorbij komend wapentje dat me even op deed
veren tijdens mijn werk.
Doe hiermee wat je wilt, maar als je wilt kun je er je voordeel mee te doen.
Ik heb de indruk dat je al vooringenomen was voordat je aan deze blog begon zonder enige achtergrond informatie in te winnen bij dat "clubje" waar je het over hebt. Dat wapentje is niet uitgebreid maar bestaat al vanaf het begin van de Knights of the Four Quarters. In het wapen wordt gebruik gemaakt van symbolen die ouder zijn dan de tijdsperiode 1300-1400 maar ook in die tijd al lang bekend zijn. De Knights of the Four Quarters is niet een clubje maar een vrijwilligers organisatie van ruim 100 mensen die zich met hart en ziel inzetten om vooral kinderen een stukje levende geschiedenis bij te brengen en proberen zo authentiek mogelijk te zijn in kleding, wapenuitrusting en beleving. Dat onder andere in en rond een van de mooiste kastelen die Nederland nog heeft, het kasteel Doornenburg. Doe hiermee wat je wilt en doe je er voordeel mee. Vriendelijke groeten Charles Frazer voorzitter van de Sitchting Kinghts of the Four Quarters.
BeantwoordenVerwijderenIk heb een persoonlijk antwoord naar Charles Frazer geschreven en stuur hem dat per mail toe.
BeantwoordenVerwijderenMensen zijn vreselijk als ze denken iets zeker te weten. Dat zie ik voorbij komen in de kleding. Ik ben mij dan wel aan het specialiseren in de kleding in de prehistorie, maar als ik in een 80jarige oorlog zetting iemand zie lopen in een Middeleeuws kostuum compleet met kaproen, dan krullen mijn tenen.
BeantwoordenVerwijderenIk ken het fenomeen van mensen die boos worden. Het verbaast mij namelijk elke keer weer dat, gezien het feit dat er (naar mijn weten) slechts 1 peplos is gevonden van de late ijzertijd, in Denemarken, geheel Europa van Bronstijd tot vroege Middeleeuwen de vrouwen een peplos dragen! En dan de broek: de vroegst gevonden broek in Europa is van na 150 N.Chr. Bij alle groepen van Neolithicum tot ruim in de Middeleeuwen dragen alle mannen (en soms zelfs vrouwen) een broek en dat terwijl pas 13de/14de eeuw de broek een meer algemener kledingstuk werd. Er zijn zelfs afbeeldingen uit de 16de/17de eeuw waar eenvoudige werklui geen broek dragen. Maar als je mensen echt woest wil krijgen moet je over de onderbroek beginnen!
Een reden voor mij om nog meer te leren en te onderzoeken om meer van de waarheid te weten te komen als die al gevonden kan worden.
Groetjes Britt
Ik begrijp wat je bedoelt, Britt, maar heraldiek is een onderwerp waar echt heel weinig mensen verstand van hebben. En zeker van middeleeuwse heraldiek. Ik dus wel, maar iedereen denkt dat ze wel even iets in elkaar kunnen draaien door wat spul van internet af na te tekenen. Dat gaat dus altijd mis. Maar men wil dus nooit toegeven dat men dat verkeerd heeft gedaan en vindt het van geen respect getuigen als je als deskundige daar wat van zegt. Om je vervolgens persoonlijk af te branden.
BeantwoordenVerwijderenToch wel zielig om te zien hoe snel men op de lange tenen kan staan van hen die beter zouden zwijgen en luisteren. De levende geschiedenis claim van dat clubje slaat nergens op.
BeantwoordenVerwijderen